Het Requiem ta treast gaat over het verlies van een dierbare, het verdriet van de nabestaanden en troost die door de overledene aan hen wordt gegeven.
Marcus Veenstra en de Friese dichter Willem Abma leerden elkaar kennen in de Protestantse Wijkgemeente in Camminghaburen, waar Marcus kerkmusicus was. Samen hebben zij een Requiem ta treast gemaakt.
Dit requiem vertelt het verhaal over het verlies van een dierbare, het verdriet van de nabestaanden en uiteindelijk over troost die de overledene hen biedt bij hun verwerking.
In het requiem zit een beweging van het donker naar het licht, uitlopend op een verzoening en een hosanna. Het laatste woord van het requiem is dan ook dat de dood is overwonnen.